Papierchromatografie
chromatografen is e en scheidingsmethode waarbij je stoffen op een basislijn op papier zet. En dat papiertje zet je in een vloeistof die dan naar boven stijgt. Hierbij kijk je dan hoe ver de stof heeft verplaats. Hoe hoger de stof komt hoe lager de hectingswaarde (want de deeltjes blijven niet vast aan het papier). chromatografen is een scheidingsmethode waarbij je gebruikt maakt van het verschil in oplosbaarheid en aanhechtingsvermogen. Hierbij kan je de R_f waarde te berekenen daarbij bereken je hoe ver een puntje vanaf de basislijn tot dit punt nu is. De R_f waarde is een komma getal. A=Hoogste begin van basislijn tot hoogstepunt B=Basislijn tot totaal
Dunnelaagchromatografie
In plaats van papier gebruik je een glazenplaat bedekt met silicagel.
Gaschromatografie
Gaschromatografie vind plaats in een lange dunne buis waarbij je gas er door heen spuit waardoor de stoffen met een hogere hechtingswaarde langer in de buis blijven. En de stoffen met een lagere hechtingswaarde er als eerst uitkomen.