3.1 Wat is de vraag?

De markten en betalingsbereidheid

Mensen hebben wensen, ze willen iets hebben. En als er genoeg geld voor hebben dan kopen ze het. Op een markt zoals Marktplaats. Dat is een concrete markt de vragers en aanbieders zitten op dezelfde plek. Of je kan naar meerdere webwinkels kijken voor je product. Dat noem je en abstracte markt. Want de vragers en aanbieders zitten niet op dezelfde plek. Wat is een consument voorbereid om te betalen voor een product? Dit hangt af per persoon maar dit wordt de betalingsbereidheid genoemd. Is de prijs 5 euro maar was de consument van plan om er 10 euro voor te betalen dan noem je die 5 extra euro de consumentensurplus.

Prijs/Vraag in een p-q grafiek

Wil je in een grafiek laten zien hoeveel vraag er naar er is bij welke prijs. Dan kan je een vraaglijn of een vraaglijn maken en die gaat als volgt:

Transclude of vraaglijn#formule-vraagfuncite-vraagfunctie

Voorbeeld

Om te laten zien hoe je er een grafiek van maakt gebruiken we: (q,p) q= x-as p=y-as (x,y)

(0, ?) punt 1 (0, 375)

(?, 0) punt 2 (75,0)

Nu we deze punten weten kunnen we er een grafiek van maken: Een vraagfuncite|vraaglijn getekent in een p-q grafiek

Link to original
Vraag Factoren

Een goed zoals koffie en thee noem je substitutiegoederen als de ene duurder wordt kan je een ander product er voor in de plaats komen. Maar je hebt ook goederen waarbij ze van elkaar afhankelijk zijn. Zoals een auto wordt die duurder daalt de verkoop naar benzine dit noem je complementaire goederen.

Hoe sterk reageren de consumenten met je prijsverandering

Als je koffie verhoogt met 10 euro per kilo dan gaan mensen ineens veel minder koffie kopen. Maar als je mdicijinen van 20 euro verhoogt et 10 euro dan zal er een heel klein gedeelte het niet meer kopen. Bij de koffie is de prijselasticiteit van de vraag heel groot je verhoogt de prijs met 20% en je vraag daalt met 40% hierbij is de prijselasticiteit heel hoog. -2 om precies te zijn. Maar als de prijs van een medicijn stijgt met 20% en de vraag met 5%. Dan is de prijselasticiteit -0,25 niet zo hoog dus.

Hoe bereken je de prijselasticiteit van de vraag?

Is de prijselasticiteit van de vraag: elasticiteit1 : het product is elastisch als je je prijs veranderd veranderd de vraag enorm elasticiteit> -1: het product is inelastisch elasticiteit = -1: gelijjk als prijs met +10 procent stijgt daalt de vraag ook met -10

Link to original

Voorbeeld

PrijsVraag/AfzetOmzet
154 stuks60
10770

verandering van vraag: want: verandering in prijs: Dus om de prijselasticiteit van de vraag te berekenen : De prijselasticiteit van de vraag is dus elastisch.

Link to original

3.2 Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?

Als er een nieuwe product de markt op komt heeft de producent nagedacht over een verkoopprijs waarvoor consumenten hun product kopen en een prijs waarmee de gemaakte kosten worden betaald met natuurlijk winst. Hoeveel producten worden aangeboden bij een bepaalde prijs kan je weergeven met een aanbodlijn dit is het tegenovergestelde van de vraaglijn.

Aanbodlijn

Een vraaglijn is een lijn die laat zien bij welke prijs hoeveel producten worden gemaakt door de producent. Hoe hoger de prijs hoe meer producten de producent maakt want dat betekent meer winst voor hem.

Verschil tussen aanbodlijn en vraaglijn

De formule van de aanbodlijn lijkt er op die van de vraaglijn. Het verschil zit er in dat de - bij de b zit inplaats van ap. Waardoor hij omhoog gaat. PAS OP: De aanbodlijn begint nooit op de x as en zal ergens in de lucht op de y-as staan. Want als die op de x-as aanraakt betekent dit. Je krijgt een product voor gratis. Of je krijgt 1 product met geld er bij. Dat kan dus niet. De goeie en foute manier om een aanbodlijn te tekenen

De formule van de aanbodlijn

De formule van de aanbodlijn: q_a = aantal producten aangeboden p = prijs a en b = getallen per producent verschillen

Voorbeeld van de aanbodlijn

De aanbodlijn formule is: Eerst berekenen we bij 0 producten de prijs (0, ?)

Omdat want anders zou het vanuit de x as komen. Dus doe ik altijd 2xp bij q = 0 dus dan krijg je: Dus dan hebben we nu de punten (0,80) en (24,160) dus laten we dat tekenen: De p-q grafiek bij de aanbodlijn qa=0,3p+24

LET OP dat je wel de assen benoemt in de p-q grafiek. En dat je de nummers zet want het je grafiek moet nauwkeurig zijn maar mag ook een beetje uit de hand getekent met nummers om te laten zien waar de punten liggen.

Aanbodfactoren

Welke factoren zorgen er voor dat de aanbodlijn verschuift?

  • De prijs veranderd om een product te produceren hierdoor zal de aanbodlijn naar links verschuiven.
  • De technologie verbeterd waardoor de producten goedkoper te produceren zijn. Hierdoor verschuift de aanbodlijn naar rechts
Link to original
Om te er voor zorgen dat je maximaal winst krijgt moet je het marktevenwicht vinden waar de aanbod en vraag gelijk is. Dit kan je doen met de aanbodlijn en vraaglijn. Daarbij zoek je naar de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid. Je kan ze op 2 manieren vinden. De ingewikkelde manier door ze beide in dezelfde grafiek te tekenen en kijken waar ze elkaar kruisen OF de twee formules gelijk zetten dus. Dan kijk je wat p is en dan heb je de evenwichtsprijs om te kijken wat dan de evenwichtshoeveelheid is stop je de evenwichtsprijs in een van de twee formules (kies de simpelere). En dan heb je de evenwichtshoeveelheid.

Prijzen boven en onder de evenwichtsprijs

Bij een hogere prijs dan de evenwichtsprijs is er meer aanbod dan vraag daarom noem je dat aanbodovershot En bij een prijs onder de evenwichtsprijs heb je meer vraag dan aanbod en dus heb je een vraagoverschot

Voorbeeldopdracht

Hoe vind je de marktevenwicht nou? Laten we de volgende formules gebruiken: Dus eerst gaan we het evenwichtsprijs berkenen door de formules gelijk te zetten aan elkaar: Nu stop je p in een van de formules: Dus de marktevenwicht is (450;27,5) // (q,p) // (x,y)

Vraaglijn

En dan gaan we hem nu tekenen je hebt de marktevenwicht hier niet voor nodig alleen de 2 formules dus: vraaglijn 2 punten:

(0, ?) (?, 0) Dus punt 1 van de vraaglijn is (0,50) En punt 2 (?,0) Punt 2 (1000, 0)

En de

Aanbodlijn

(0,?) Punt 1: (0,50) Punt 2 (?, 100) Punt 2: (1900,100)

En dan als je de grafiek gaat tekenen krijg je dit:

Link to original