De spanning over de draad en de stroomsterkte zijn recht evenredig.

X-as = U(V) Y-as = I(A) volt (v) en ampère (a) hebben een verband met elkaar hoe meer volt (v) hoe meer ampère (a) en andersom. Wordt de spanning 2x zo groot dan woordt de stroomsterkte ook 2x zo groot.

Hierdoor kan je

Ω(weerstand)

R=Weerstand(Ω) U=Volt(V) I=Ampere(A)

Weestand meet je in Ω (ohm)

Link to original
Omdat de U en I een verband met elkaar hebben. R noem je daarom een ohmse weerstand.